Het Nederlandse belastingstelsel moet op de schop. De adviescommissie Van Dijkhuizen wil de heffing in box 3 voor spaarders en beleggers baseren op feitelijke spaarrentes. De BTW moet verder omhoog

Dat stelt de Commissie van Dijkhuizen dinsdag in het eindrapport over hervorming van het belastingstelsel.

Afgelopen oktober publiceerde de Commissie onder leiding van Kees van Dijkhuizen – beoogd financieel topman van ABN Amro – al een interim-rapport. Daarin werd gepleit voor een nieuw belastingstelsel, waarbij er voor de inkomstenbelasting twee schijven zouden over blijven: eentje van 37 procent voor inkomens tot 62.500 euro, waaronder 12 miljoen mensen zouden vallen. En een toptarief van 49 procent.

Tegelijk pleitte Van Dijkhuizen voor geleidelijke beperking en/of afschaffing van tal van aftrekposten, waaronder de hypotheekrenteaftrek. Met de geleidelijke beperking van de hypotheekrenteaftrek maakt het kabinet Rutte 2 volgend jaar al een begin.

BTW-tarief

De algemene teneur van de beoogde belastingherziening is dat werken fiscaal aantrekkelijker wordt gemaakt, terwijl de fiscale druk sterker komt te liggen bij consumptieve belastingen zoals de btw. Het Centraal Planbureau berekende eerder dat de voorstellen van de Commissie op termijn 140 duizend banen kunnen opleveren.

In het dinsdag gepubliceerde eindrapport vult Van Dijkhuizen de plannen verder in. De Commissie wil het algemene btw-tarief verder verhogen van 21 naar 23 procent, en het verlaagde btw-tarief van 6 naar 8 procent. Dit levert in totaal  5,7  miljard euro aan extra belastinginkomsten op, die mede worden gebruikt om de tarieven voor de inkomstenbelasting te verlagen.

Box 3: heffing spaargeld omlaag

Opvallend is verder onder meer de aanpak van de belastingheffing in box 3 voor sparen en beleggen. In 2001 kreeg Nederland een systeem waarbij de fiscus ervan uitgaat dat spaarders en beleggers jaarlijkse gemiddeld een rendement van 4 procent boeken. Daarover wordt 30 procent belasting geheven, wat een effectief tarief over vermogen van 1,2 procent oplevert.

De vermogensrendementsheffing houdt geen rekening met het daadwerkelijke rendement van spaargeld en beleggingen. Sinds een paar jaar liggen vooral de rentes op spaargeld fors lager dan de fiscale norm van 4 procent. De Commissie van Dijkhhuizen wil het veronderstelde rendement baseren op de gemiddelde spaarrente van de afgelopen vijf jaar.

Voor 2014 zou dit neerkomen op een normrendement van 2,4 procent. Hef je daar 30 procent belasting over dan kom je uit op een effectieve  heffing van 0,72 op vermogen. Dat is fors lager dan de huidige 1,2 procent. Om een idee te geven wat dit betekent voor de schatkist: in 2009 haalde de fiscus 3,5 miljard euro op in Box 3 en dat wordt met de tariefverlaging fors minder.

De Commissie stelt in eerste instantie voor om het fictieve tarief in box 3 te verlagen naar 3  procent rendement (effecief 0,9 procent belasting op vermogen). Dit kan gedekt worden door directeur-grootaandeelhouders van bv’s zwaarder te belasten in box 1 van de inkomstenbelasting, wat 1 miljard euro oplevert. Zie daarvoor ook dit artikel.

Geen individuele zorgtoeslag

Wat betreft het vereenvoudigen en schrappen en fiscale subsidies, pleit de Commissie Dijkhuizen er in het eindrapport voor om de zorgtoeslag, de huurtoeslag en het kindgebonden budget te bundelen in één subsidie: de huishoudtoeslag.

De huishoudtoeslag gaat uniform omlaag, naarmate het inkomen stijgt, met zo’n 15 procent per euro die iemand extra verdient.

Om fraude tegen te gaan en efficiënter wil de Commissie het aandeel zorgtoeslag  in de huishoudtoeslag niet meer aan individuele burgers uit laten keren, maar via zorgverzekeraars laten verrekenen. Het aantal burgers dat een toeslag ontvang zou hiermee dalen van 4,5 miljoen naar 1,5 miljoen.

Lees ook op Z24

Commissie-Van Dijkhuizen moet zzp’er koesteren, niet beboeten

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl